Steeds meer kaarsjes branden. En langzamerhand zien wij het licht. Alleen de zes ritmisch varierende coupletten van The First Nowell er nog in en dan zijn het ook voor de Vamossers prettige kerstdagen.
Thuis staat de kerstboom weer. Mijn lampjes waren stuk en er kwam bezoek, dus dan spring je als een haas op de fiets om nieuwe lampjes te halen en de boom op te tuigen. De prijs per lampje is natuurlijk te verwaarlozen, dus kan je vrijuit het aantal lampjes kiezen. Twintig? Beetje weinig. Honderd? Elf meter snoer kan de boom vast niet hebben. Veertig dan. Met dit mooie compromis stond ik 2,99 euro later buiten.
Thuis de lampjes in de boom hangen. Dat zag er toch een beetje karig uit. Om het geld hoef je het niet te laten (en veertig reservelampjes kan bij dit soort setjes nooit kwaad), dus dwong mijn familie me bijna weer op de fiets richting de honderd lampjes.
Maar met wat herschikken en door de lampjes wat meer naar voren te halen, leek de boom opeens beter gevuld en meer licht te geven… gaf de rest na enig aarzelen ook toe.
De meest voor de hand liggende moraal van dit verhaal is dat ik niet zo goed lampjes kan ophangen. Maar ik bedacht me ook: in onze drang naar meer en beter willen we eigenlijk steeds meer kaarsjes in de kerstboom laten branden. Maar is dat wel nodig? Haal dat ene licht naar voren en je hebt hetzelfde resultaat!